Kunstmatige intelligentie zien we op steeds meer plekken. Onder andere in het ziekenhuis. Stel, u moet opeens naar de Eerste Hulp. En tot uw aangename verrassing is de wachttijd veel korter dan waar u op had gerekend. Dan zou het heel goed kunnen dat dit ziekenhuis kunstmatige intelligentie heeft ingezet.

Want steeds vaker wordt artificial intelligence (AI) in de grote – veelal academische – ziekenhuizen in Nederland gebruikt. Zo is er dus inderdaad al met behulp van AI in Nederland een algoritme ontwikkeld dat inschat hoe druk het zal worden op de Eerste Hulp van een ziekenhuis. Handig voor de roostermakers. En voor ons als mogelijke ‘klanten’. Dit algoritme weegt tientallen variabelen. Zoals het weer. Want als het heeft gevroren, het ijs sterk genoeg is om te schaatsen en het bovendien ook nog een mooie zondagmiddag is, zet dan de hulptroepen maar klaar. En als op een tropische dag mensen op allerlei plekken binnens- en buitenshuis op blote voeten gaan lopen, dan loopt het aantal gebroken en gekneusde tenen in rap op. Temperatuur is natuurlijk maar een van de variabelen die zo’n AI-programma weegt. Denk verder aan zaken als windsnelheid, gladheid, maar ook evenementen in de regio, zoals sportwedstrijden of festivals. Eigenlijk is zo’n AI-programma vergelijkbaar met een geautomatiseerde vorm van logisch nadenken. Bovendien kan een dergelijk programma veel meer variabelen aan dan wij mensen. En omdat het AI-programma zelflerend is, zal het soms uit zichzelf ook nieuwe relevante variabelen betrekken bij te inschatten van de drukte op een Eerste Hulp. Daardoor wordt het steeds beter in de inschatting hoeveel mensen op een bepaalde dag voor valpartijen, blessures en andere urgente kwesties bij een Eerste Hulp zullen aankloppen.
De komende jaren zal de toepassing van AI in de gezondheidszorg een grote vlucht gaan nemen, zeggen kenners.