steeds meer online advertising

Heel recent kwam de Duitse sportartikelengigant Adidas met nieuws dat ik toch wel opmerkelijk vind: het concern stopt helemaal met televisiereclames. De vorig najaar aangestelde CEO van Adidas, Kasper Rorsted, voegde eraan toe dat voortaan alleen digitaal geadverteerd wordt. Omdat de jonge klanten van Adidas vooral online via mobiele apparaten als smartphones te vinden zijn. De stap van Adidas lijkt me ook wel logisch.

Als we ons land even als voorbeeld nemen: uit het laatste grote onderzoek naar kijkgedrag in Nederland bleek dat in de leeftijdsgroep tot 34 jaar het televisiekijken weer fors is afgenomen in vergelijking met de meting daarvoor. Ten gunste van internet. Jongeren kiezen steeds vaker zelf wanneer ze iets willen kijken en via welk medium, zoals laptop of smartphone. En dat proces is wereldwijd gaande. In dat licht bezie ik dan ook de stap van Adidas.

Potentieel toekomst

Adidas is niet zomaar een bedrijf: ze weten precies wat er onder jongeren speelt. Dat zijn immers hun klanten. En die groep, die ruwweg van 15 jaar tot 35 loopt, vormt het potentieel voor de toekomst. Als Adidas die stap zet, zullen er naar mijn inschatting steeds meer bedrijven volgen. Misschien markeert de stap van Adidas dan het begin van het einde van het televisietijdperk. De televisie is groot geworden in de jaren ‘50-’60 van de vorige eeuw. In eerste instantie in de VS en daarna was de rest van de wereld aan de beurt. De betekenis en invloed van televisie kan moeilijk overschat worden. Dat zal iedereen met me eens zijn. De televisie verdrong qua nieuwsvoorziening en als advertentiemedium langzaam maar zeker de gedrukte media, vooral de dagbladen. Nu is de volgende transformatie gaande.

Facebook

Online is nu in toenemende mate the place to be voor adverterende bedrijven. Bedrijven als Facebook boeken jaar na jaar stijgende omzetten en winsten. Daarmee is dan denk ik ook het huidige mediamachtsblok benoemd: de social media bedrijven. En steeds meer adverteerders kiezen voor online. Dus waar televisie jarenlang ‘aan de macht was’, om het zo te zeggen, nemen de social mediabedrijven nu die rol over. Dat brengt natuurlijk, net zoals trouwens voorheen bij de kranten en televisie, ook lichtelijk zorgelijke bespiegelingen met zich mee over de specifieke aard van social media en de implicaties die dit met zich meebrengt.

Chantage voor een toetje

En daar kan ik inkomen. Want het internet en de social mediabedrijven zijn natuurlijk heel handig en leuk: het brengt mensen bij elkaar en noem de andere positieve dingen maar op. Maar er zijn inderdaad ook gevaren. Want diezelfde bedrijven die hun klanten online en dan vooral bij de social mediabedrijven vinden, zijn natuurlijk ook kwetsbaar. Dan kan een voorbeeld dat bij kleinere ondernemingen - en dan met name restaurants - speelt illustreren. Ik heb meer dan eens gehoord dat gasten bij Nederlandse restaurants soms een gratis dessert eisen, met de dreiging dat ze anders een zeer negatieve recensie zouden schrijven op de online restaurantgids Iens. Chantage dus. Daar sta je dan als ondernemer. De transparantie van internet en je vindbaarheid zijn dan je kwetsbaarheid geworden. Het spiegelbeeld van zo’n situatie is dat je als ondernemer je familie en vrienden positieve recensies laat schrijven. Ook niet de weg lijkt mij.

Zelfreinigende werking

Ik denk dat vroeg of laat de waarheid altijd toch wel boven tafel komt. Juist ook op het internet, omdat het door de macht van de grote getallen ook een zelfreinigende werking heeft. Zoals bijvoorbeeld Wikipedia goed werkt, omdat onwaarheden door de enorme pool van mensen die eraan werkt vroeg of laat weer gecorrigeerd worden. Je ziet nu ook dat geen enkele grotere onderneming die zichzelf serieus neemt het zich kan veroorloven om geen team te hebben dat zich bezighoudt met online uitingen, en dan vooral op de social media. Bedrijven als Ahold, KLM en vele anderen zien nu in dat je met een gerichte aanpak op social media, dus nog afgezien van de advertenties, heel veel bereikt. Het zou me niet verbazen als ook deze bedrijven in de toekomst besluiten hun klanten uitsluitend nog online op te zoeken, ook als het gaat om reclames.